Beste lezers,
Een jaartje geleden bezochten wij eens het mooie stadje Salzburg, en meer bepaald, het huis waar Joannes Chrysostomus Wolfgangus Theophilus Mozart werd geboren in 1756.
We kregen daar een woordje uitleg over de merkwaardige levenswandel van dit wonderkind. Op prille leeftijd speelde Wolfgang viool, trompet, mondharmonica, klavecimbel, rommelpot, triangel, en saxofoon, en binnen de kortste keren componeerde de jonge snaak meesterwerk na meesterwerk.
Nou. Toen ik zelf zes jaar jong was, had ik geen enkel gevoel voor ritme, noch melodie. Op m’n 43ste trouwens ook niet. In die optiek kunnen we mijn muzikale evolutie gerust omschrijven als “vlak”.
Maar alles is relatief natuurlijk, want toen Mozart zo oud was als ik, was hij al 8 jaar dood, en ik nog niet. Maar goed, nu even over hardlopen, in Salzburg. Wij lazen daar in de Oostenrijkse “Runner’s World” een artikel over de diverse soorten intervaltraining die de enthousiaste hardloper kan uitproberen, als hij daar zin in zou hebben. Op z’n Duits: met indicatie van de doelgroep: “Einsteiger”, “Ambitionierte”, of “Fortgeschrittene”.
Eén variant trok m’n aandacht: de M, HM, 10K, 5K-variant. Eerst 15 minuten opwarmen, en dan het volgende stramien:
- 10 minuten aan marathontempo
- 8 minuten aan halve marathontempo
- 6 minuten aan 10K-tempo
- 4 minuten aan 5K-tempo.
Met tussen de tempoblokken door even rust, en aan het einde, rustig uitlopen. Dat leek me een fijne variant, dus zo gezegd, zo gedaan. Ik liep deze training na inname van een extra dosis Rote Beten Saft, en dat miste z’n effect niet, de training verliep vlot.
De tien minuten aan marathontempo liep ik (ongeveer) 4:15 per km, m’n hartslag zat iets te hoog, maar goed, het was de eerste versnelling.
De acht minuten aan halve marathon-tempo verliepen rond de 4:05 à 4:07 per km, en toen zat de hartslag al beter. Het was prachtig om langs de Salzach te lopen, een lust voor het oog. Wel erg glad op sommige stukken, dus het was niet alleen zaak om het beoogde tempo aan te houden, het was op die stukken ook kwestie van overeind te blijven.
De volgende zes minuten (aan 10K-tempo) verliepen tussen de 3:50 à 3:55 per km, dat was dichtbij / voorbij de anaërobe drempel, dus best een intens stuk.
De laatste versnelling was de kers op de taart, vier minuten aan 5K-tempo, dat ging aan 3:45 à 3:50 per km.
Conclusie:Een fijne training. Niet onmiddellijk de traditionele sequentie van korte, intense stukjes, maar bijna een progressieve duurloop, zoals Benny aangaf. Ik vond het een goede opbouw, ideaal om op die tempo’s eens te zien wat haalbaar is, en wat niet. En vooral dat laatste blok was de moeite! Een aanrader, wat mij betreft!
Met sportieve en muzikale groeten,
Peter
Knap dat Mozart saxofoon speelde, die is pas in 1840 uitgevonden….